LTAD case studie

Steve Magness heeft een artikel geschreven over een atleet die op de high school bij hem trainde (als junior) en daarna in de voorbereiding op de marathon. LTAD in de praktijk. Will Nation liep op de University 14:06 op de 5000 meter en afgelopen jaar 2:16:59 op de marathon. In de high school periode werd er naast het verder ontwikkelen van zijn sterke punten (aeroob vermogen) ook vooral aandacht gegeven aan de snelheid. Wekelijks sprinttraining met sprints van 60 meter voluit en heuvelsprints.

 

Lees verder

Op zoek naar het LTAD model

Tijdens het NOC*NSF congres “Talent Centraal”, dat op 3 mei 2007 op Papendal werd gehouden, werd het Long Term Athlete Development (LTAD) model gepresenteerd als richtsnoer voor het Nederlandse talentontwikkelingsbeleid van de komende jaren. Jacques van Rossum, onderzoeker op het gebied van talentontwikkeling in de sport en zelf ook spreker op het congres, had tot voor kort nog nooit van dit model gehoord. In dit artikel beschrijft hij zijn zoektocht naar informatie over het model.

Auteur ziet LTAD ook iets te veel als een middel om talent te herkennen, het is meer een periodiseringsmodel voor een leven lang sporten. Wetenschappelijke onderbouwing van LTAD ontbreekt grotendeels. Dit is ook lastig te verkrijgen zeker als naar een levenslange periode van sporten wordt gekeken.

artikel

Bestaan sensitieve periodes?

Conclusie

Vooralsnog is er geen sterk wetenschappelijk bewijs voor het bestaan van sensitieve periodes voor het trainen van motorische basisfuncties tijdens de ontwikkeling van kinderen en adolescenten. Dit betekent niet dat dergelijke sensitieve periodes definitief niet bestaan. Maar als ze al bestaan, dan liggen ze waarschijnlijk vroeg in de ontwikkeling.

Als het individu ouder wordt neemt het leervermogen langzaam af. Het is daarom belangrijk om vroeg in de ontwikkeling de nadruk te leggen op het ontwikkelen van fundamentle motorische vaardigheden waarop later complexere vaardigheden ‘gebouwd’ kunnen worden. De jonge sporter moet bij voorkeur met veel bewegingsvormen in aanraking komen om optimale bewegingspatronen te ontwikkelen. Een coördinatieve traininsaanpak waarbij getraind wordt op het vinden van stabiele elementen (attractors) binnen een beweging werkt hierbij mogelijk beter dan een aanpak diepuur focust op het geïsoleerd trainen van motorische basisfuncties. Tot slot moet plezier in het bewegen altijd centraal staan bij het trainen van kinderen, dus met voldoende uitdaging om verveling te vermijden en voldoende succes om angst te voorkomen.

Artikel

De (stille) kracht van aeroob volume in MiLa training

Presentatie over aerobe training door MiLa atleten, nu en in het verleden

Samenvatting oa:

  • Bouw stap voor stap aan een sterk aeroob fundament
  • Train snelheid, stabiliteit, kracht, beweeglijkheid en loopeconomie
  • Houd de omvang winter en zomer hoog
  • Doe crosstraining i.p.v. indoortraining (t/m 23 jaar)
  • Doe geen (intensieve) anaerobe training als junior
  • Bouw anaerobe training geleidelijk op als <23 jaar
  • Zoek elkaar op voor de duurlopen in het bos

Richtlijnen voor kilometers per week bij leeftijd en type loper

Meerjarenplan

Presentatie

Brain coaching

Fysieke ontwikkeling, beslissingen nemen, creativiteit en risico

Presentatie over hoe het cognitieve deel het best gecoacht kan worden.

Ontwikkelen creativiteit.

Brein training coaching

 

Brain coaching