Rustperiodes van topatleten

Een overzicht van de rust periodes die een aantal mannelijke topatleten nemen:

David Rudisha takes 6-12 weeks completely off training every year. When we trained along side David Rudisha earlier this year, Colm O’Connell told us that the usual rest period is around 2 months at the end of the year, but after the Olympics in 2012, he took 3 months (also mentioned in this IAAF article).
Mo Farah and Galen Rupp take 4 weeks (2 * 2 weeks) completely off training every year. In an interview at the the Nike Cross Nationals at the end of 2012 Alberto Salazar (Coach) broke down his periodisation. “We work on two twenty-week cycles, so that’s forty weeks. You ask where are the other twelve weeks? After each 20-week cycle, we have a two week period which is basically off, usually two weeks of no running whatsoever and then we have two weeks of jogging. So that’s four weeks of recovery after each cycle and then we have another two weeks of moderate build-up training, and then we are back into the heavy training.”
Bernard Lagat takes 5 weeks completely off training every year. In an interview with runnersworld, Lagat said “I take five. I do nothing, just eating and playing with my children.”
Steve Ovett used to take 1 month (or 4.5 weeks) completely off training every year. I personally used to train alongside Freddy Ovett (Steve Ovett’s son) and would chat with Steve regularly. Steve mentioned that in his one month off, he would do next to no running, only if he really felt like it, but would drinks lots of wine.
Usain Bolt would take between 4-8 weeks off, depending on the year. Coach Glen Mills mentioned at a conference in Jamaica in 2010 that Bolt tended to need at least a month off after each season to recover (mostly mentally) and if the following year didn’t include a World Championships of Olympics, he’d take closer to 2 months off.
Renato Canova – coach of many of the world’s best Marathoners (including many sub 2:10 runners) said on a Letsrun’s forum: “There are not rules valid for all the athletes, and valid, for the same athletes, always in the same way. After a season, we can have a short RESTING period, before starting the TRANSITION period, which is already a period of training. In Kenya (and Africa generally), the resting period is something including FULL REST. We give, to every athlete, about 2 weeks of total rest, and in this period they don’t do any physical activity.”
The Sweat Elite team took a sample of 10 male and 10 female elite athletes in the events ranging between 400m and the Marathon and asked them how long their end of season break is. Athletes sampled were at the Olympic Games level or very close. Of these athletes, the shortest break mentioned was 1.5 weeks and the longest was 5 weeks. The average resting period of these athletes in days was 19 days (or just under 3 weeks).
When asked if they did any training at all during these periods, the answers varied a lot. Some did absolutely nothing and gained some weight. Others were more cautious and “jogged a few times a week.”
Bron: Sweatelite.com

Training Moses Mosop Boston 2011

Training Moses Mosop voor Boston 2011(Canova)
Voorbereiding Boston Marathon 18 april 2011 (2e in 2:03.06)

Algemeen:
– Gemiddeld 2 TE per week intensief (hard en/of lang)
– Alle andere trainingen ‘easy’ (tempo 15,0 km/u) en ‘moderate’ (16,0 km/u)

De trainingen beginnen op maandag 3 januari en eindigen op woensdag 13 april 2011.

Hieronder de ‘intensieve’ trainingen van januari afgeteld tot de marathon:

Week 15
Ma W.up 5 km + 38 km: 4x5km p1km gem. 3.24/4.00 + 15km in 49.44 (gem. 3.19)
Do W.up 5 km + 2(10×400) p1’ sp4’ t61,5/62,0
Za W.up 4 km + 20 km in 63.00 (gem 3.09)

Week 14
Di Progressiv 2:15 u – 20km 3.42-pace + 18 km 3.20 pace
Za W.up 6 km + 5×3000 p3’ t2.55>2.50

Week 13
Wo W.up 3,5 km + 8×1000 p2’ t64,0 + 10×600 p90” t64,0
Za W.up 3,5 km + 45 km progressiv (in 2:30 u) 3.38>3.12 (laatste 10 km in 31.47)

Week 12
Wo 20’ (=5km) easy + 48’ (=14,5km) fast (=3.06/km)
Vr Ochtend baan: W.up 3,5 km + 1000-2000-3000-4000-3000 p3 t2.45/2.55
Middag weg: W.up 2 km 4x2km p3 jog t3.15 + 2x1km p2 jog t3.15/3.20 + 10km t3.40

Week 11
Di Ochtend: W.up 3,5 km + 10 km (3.22/km) + 12 km (3.05/km)
Middag: W.up 2,5 km + 10 km in 3.10>3.00
Wo W.up 3,5 km + 4x4km p1km 3.12/4.10
Za 18×2’ p1’ (680 meter/200 meter)

Week 10
Za W.up 5 km + 30 km in 1:34 (gem. 3.08)

Week 9
Wo W.up 5 km + 14×3’ (1 km=3.00/min) p1 (250 meter=3.33/km)
Do W.up 2,5 km + 40 km in 2.28 u (3.42/km)
Za W.up 4,5 km + 40’ vaartspel 1’ fast/1’ moderate (=12,5 km) + w.down 3 km

Week 8
Wo W.up 4,5 km + 4x5km p1km + 1x3km t3.01/3.50-4.00
Za W.up 5 km + baan 10×1200 p3 t2.45/1000

Week 7
Di Ochtend: W.up 2,5 km + 10 km in 32.40 (3.15/km) + p5 + 10 km met 1’/1’ in 32.05 (3.12/km)
Middag: 10 km 32.25 (3.14/km) + p5 + 6 km in 17.55 (3.00/km)
Do W.up 4,0 km + (rustig) vaartspel 75’ met 3×6’-3×5’-3×4’-3×3’-3×2’ p1 gem.3.27/km en p5.28/km
Zo Wedstrijd: halve marathon (Parijs 2e in 1:01.47)

Week 6
Za W.up 5 km + 40’ vaartspel 1’/1’ (12,1 km) + 20’ fast (2.56/km) + 20 easy (3.46/km); gemiddeld totaal 3.18/km

Week 5
Ma W.up 4 km + 10×1200 p85” t2.55 + p7 + 10×200 p75” t30,7 gem + uitlopen 8’
Vr W.up 2 km + 40 km in 2:07 (progressiv 3.15>3.05)

Week 4
Di 15 km (47’ – progressiv van 3.20>2.55)
Do W.up 5 km + baan 10×1600 p2 2.55>2.50/km

Week 3
Ma W.up 3,5 km + 8x3km p1km gem. 3.02/3.38 (totaal gem. 3.10)
Vr W.up 3,5 km + 25 km gem. 3.04 (1:16.30)

Week 2
Di 24 km (1km>1km – 2.50>3.20 – totaal 74.15)
Za W.up 5 km + vaartspel 17,5 km progressief: 20×1’/1’ en 20×30”/30”
(eerste 20” gem. 3.40, tweede 20’ gem. 3.20, derde 20’ gem. 3.12)

Week 1
Onbekend

Coach Canova over Sondre Moen prestatie in Fukuoka

In het najaar van 2017 liep Sondre Moen een Europees record op de marathon in Fukuoka, 2:05:48. Daarmee is hij officieel de snelste blanke op de marathon (Ryan Hall liep een snellere tijd in Boston maar met hoogte verschil).

De coach van Sondre Moen, Renato Canova, vertelt over de voorbereiding op deze marathon

De wedstrijd
Het weer was perfect, van 14.1 tot 14.7 C en een luchtvochtigheid tussen 55% en 57%. Een lichte wind blies in het voordeel van de atleten. De tussentijden van Moen waren perfect te weten: 14.59-30.00-44.59-60.01 en 63.19 op de helft. Er was met 1u30.07 op 30k iets verval Dankzij Brett Robinson (Aus) de haas van dienst werd er vlak gelopen. Hij was beter dan Tesla in Breaking2. Na 30k vertrokken Sondre, Karoki, Osako en Stephen Kiprotich om de wedstrijd te beslissen.Na 35k waren alleen Sondre en Bedan Karoki vooraan. Van 30k tot 35k liep Sondre de drie kilometers in 8.53 en van 33k naar 35k de twee kilometers in 5.44 totaal 14.37. Vanaf 35k naar 40k liep Sondre opnieuw 14.39.Dit tempo was teveel voor Karoki was het onmogelijk. Sonder liep 30k naar 40k een tijd van 29.16 en had wat maagproblemen. Van 40k tot op de finishlijn liep Sondre 6.24 over de laatste 2.195k met een laatste 400m in 67sec.

Indrukwekkend
Ik ben echt tevreden over zijn race vandaag, maar ik ben meer tevreden over hoe hij als persoonlijkheid is gegroeid. We werken nu één jaar samen. Hij begrijpt mijn manier van trainen goed. Sondre liep vandaag de laatste 12.195 km met een gemiddelde kilometertijd van 2.55m en dat zonder enige problemen: dat is indrukwekkend. Hij heeft een enorme indruk op mij gemaakt. Een zeer strijdlustige atleet en dat heeft mij verrast.

Hoe verliepen de trainingen voor Fukuoka?
Hij werkte in de zomer in de bergen in Italië in Sestriere gedurende 50 dagen met een kilometrage van 220k per week.Ook liep hij een keer een duurloop van 45k . Ik was onder de indruk van zijn keuze om alleen een appartement te boeken (einde seizoen zomer in Sestrière), daar te wonen en alleen te trainen voor alle dagen. Na Valencia kwam hij voor de tweede keer naar mij in Kenia. Tien dagen geleden hadden we een klein probleem tijdens een lange duurloop van 40k toen ik hem liet stoppen nadat hij bij 33k een vermoeide en uitgebluste indruk maakte.Hij deed vele malen trainingen rond 27k en 30k. Op een dag 7x3000m allemaal onder 9 min met een herstel km in 3,25. Het verschil tussen hem en de Kenianen is dat zij sneller kunnen rennen met langzamer herstel. Hij deed vele trainingen volgens schema bijvoorbeeld: 2x3000m 3x2000m 5x1000m 6x500m in één dag.

Wat zijn de mogelijkheden in de toekomst
Volgend jaar zal hij meedoen aan slechts één marathon, niet meer! Zelf zou ik hem graag willen zien in het WK halve marathon in Valencia .Hij moet dan zijn basissnelheid willen verbeteren. Voor een gedetailleerd programma is het nu te vroeg. Ik kan niet voorspellen hoe snel hij kan lopen.In 2018 zou ik zijn racesnelheid willen verbeteren circa 2 seconden per kilometer

 

Uit www.medium.com

De impact van pasfrequentie op loopeconomie

Onderzoek naar de invloed van pasfrequentie op loopeconomie. Zoals vaak heeft het wetenschappelijk onderzoek niet een heel lange tijdsduur. Het is dan ook maar de vraag of het lichaam zich genoeg aan kan passen aan de nieuwe pasfrequentie om economischer te lopen. Uit het onderzoek blijkt wel dat een tragere pasfrequentie een negatieve invloed heeft op de loopeconomie, een hogere pasfrequentie zorgt ongeveer voor een gelijkblijvende loopeconomie. Waarschijnlijk zal langer trainen op een hogere pasfrequentie een nog betere loopeconomie opleveren.

Lees verder

Stimulus en adaptie

Het lichaam volgt een proces van aanpassing. Als de stimulus is toegepast wordt de homestasis verstoord. Wanneer de homeostasis is verstoord worden er berichten verstuurt die de signaalwegen triggeren. Wanneer deze signaalwegen genoeg getriggerd wordt zal er uiteindelijk een functionele aanpassing plaatsvinden.

In this model what we need to know boils down to:

  1. The training adaptation we are looking for.
  2. What stimulus leads to that adaptation.
  3. What does the training stimulus trigger?
  4. What pathway is activated?
  5. What translate that pathway activation to actual response?
  6. How much “activation” is needed until we translate that to a functional adaptation?
  7. That’s a heck of a lot to know.  What’s the point right?  It’s overly complex…Well, let’s address that shortly.

 

Artikel van Steve Magness

Looptechniek

De techniek van het lopen volgens de Atletiekunie.

Techniek van het lopen

Om gerichte looptechnische training te kunnen geven moet je als trainer inzicht hebben in het algemeen lichamelijk functioneren en in het functioneren van het lichaam tijdens het lopen. Lopen wordt nog teveel gezien als activiteit van alleen maar de benen, lopen is echter een activiteit waarbij het gehele lichaam betrokken is, dus ook romp en armen. Om technisch efficiënt en economisch te lopen moet er een optimale samenwerking zijn tussen de armen, romp en de benen en dit moet in de trainingen voor het lopen duidelijk benadrukt worden. Looptechniek behoort dus een wezenlijk onderdeel te zijn van de training. Meer informatie? Klik hier!

Jaarplan

Een aantal voorbeeld jaarplannen zoals die door de Atletiekunie binnen de opleidingen worden gebruikt.

Voorbeeld jaarplan beginnende loper

Voor de beginnende loper is er een jaarplan opgesteld om rustig te werken naar een goede conditie, goed uithoudingsvermogen en een goede techniek kracht – coordinatie. Dit wordt gedaan door middel van interval- en duurlooptrainingen. Dit varierend in één tot drie trainingen in de week, waarbij de maximale loopafstand per week 13km is. Meer informatie? Klik hier!

Voorbeeld jaarplan (10 km)

Voor de loper die 10 km wil lopen binnen één uur is dit het ideale jaarplan. Aan de hand van verschillende trainingsmethoden wordt je binnen een jaar klaargestoomd om 10 km binnen een uur te kunnen lopen. Dit varierend van twee tot vier trainingen in de week. Meer informatie? Klik hier!

Voorbeeld jaarplan (halve marathon)

Voor de loper die een halve marathon wil lopen binnen twee uur is dit het perfecte jaarplan. Aan de hand van van twee tot vijf trainingen per week wordt je klaar gemaakt om na een jaar een halve marathon binnen twee uur te kunnen lopen. Hierbij worden verschillende trainingsmethoden gehanteerd om jou zo optimaal voor te bereiden. Meer informatie? Klik hier!

Testen en meten

Testen en meten

Als je als trainer zorgvuldig een jaarplan hebt opgesteld dan wil je ook weten of je atleet die vorderingen maakt die je verwacht had. Daarvoor kan een atleet aan wedstrijden deelnemen, maar dat past niet altijd in de planning. Bovendien spelen bij wedstrijdresultaten meerdere aspecten een rol. In deze tekst vind je daarom een aantal testen die je tijdens trainingen kunt afnemen om te bepalen hoe je atleet er voor staat. Op grond van de testresultaten kun je beslissen of je het trainingsprogramma al dan niet moet bijstellen.
Bij het testen spelen twee zaken een rol: validiteit en betrouwbaarheid. Bij validiteit gaat het om de vraag of de test inderdaad meet wat ze beoogd te meten. Het is daarom belangrijk dat je als trainer een test kiest die past bij de fysiologische parameter die je wilt meten. De explosieve kracht van een hoogspringer meten door hem een Coopertest te laten lopen is weinig zinvol. Meer informatie? Klik hier!

Bron: Atletiekunie

Circuit training

Circuittraining

Binnen de circuittraining passen we net zoals bij de buitentraining de trainingsmethodes toe. Dus de duur-, de interval- en de herhalingsmethode. We kunnen de circuittraining ook indelen naar het energieleverende systeem dat afhankelijk van de
arbeidsintensiteit de energie levert. Meer informatie? Klik hier!

Bron: Atletiekunie