De anaerobe drempel bestaat niet

Een artikel over de rol van lactaat bij vermoeidheid. Stapsgewijs wordt uitgelegd dat lactaat weinig negatieve betekenis heeft. Ook wordt een relatie tussen lactaatwaarden en verzuring ontkend.

Kernwoorden: anaerobe drempel, lactate treshold, VO2max, anaeroob, verzuring, vermoeidheid, hydrogen ions, H+, Ph

 

Artikel

Testen en meten

Testen en meten

Als je als trainer zorgvuldig een jaarplan hebt opgesteld dan wil je ook weten of je atleet die vorderingen maakt die je verwacht had. Daarvoor kan een atleet aan wedstrijden deelnemen, maar dat past niet altijd in de planning. Bovendien spelen bij wedstrijdresultaten meerdere aspecten een rol. In deze tekst vind je daarom een aantal testen die je tijdens trainingen kunt afnemen om te bepalen hoe je atleet er voor staat. Op grond van de testresultaten kun je beslissen of je het trainingsprogramma al dan niet moet bijstellen.
Bij het testen spelen twee zaken een rol: validiteit en betrouwbaarheid. Bij validiteit gaat het om de vraag of de test inderdaad meet wat ze beoogd te meten. Het is daarom belangrijk dat je als trainer een test kiest die past bij de fysiologische parameter die je wilt meten. De explosieve kracht van een hoogspringer meten door hem een Coopertest te laten lopen is weinig zinvol. Meer informatie? Klik hier!

Bron: Atletiekunie

Zoladz test

De Zoladztest is ontwikkeld door de Poolse inspanningsfysioloog Jerzy Zoladz. In eerste instantie bepaalde Zoladz aan de hand van de maximale hartslag 5 zones: Z1 Hfmax – 50, Z2 Hfmax – 40, Z3 Hfmax – 30, Z4 Hfmax – 20, Z5 Hfmax -10. In de trainingspraktijk wordt ook veel gebruik gemaakt van Z0: Hfmax – 60.

Door de Zoladztest regelmatig uit te voeren krijgt de atleet inzicht in hoe de progressie is in de verschillende trainingszones.

De test gaat als volgt in zijn werk, na een uitgebreide warming-up wordt gestart met het lopen van zes minuten in de eerste trainingszone (Z0). Tijdens de 6 minuten wordt de hartslag zo vlak mogelijk gehouden en zo dicht mogelijk de zone hartslag. Na 6 minuten wordt afgelegde afstand vastgelegd. De rust (wandelen) duurt twee minuten, aan het eind van de twee minuten wordt de hartslag vastgelegd. Vervolgens wordt de volgende zes minuten afgelegd in Z1. In de praktijk wordt, in ieder geval bij jeugdige lopers, meestal niet verder gegaan dan Z4. Z0 t/m Z4 zijn de belangrijkste trainingszones.

De gemiddelde hartslag bij de verschillende zes minuten blokjes wordt in een grafiek uitgezet tegen de afgelegde afstand per blokje. Door in dezelfde grafiek ook het verloop van de herstelhartslag op te nemen ontstaat een beeld van het herstel en eventueel het overschrijden van de anaerobe drempel.

Anaerobe drempel, wat is het?

Anaerobe drempel is een veel gebruikt begrip in de (hardloop)trainerswereld. Maar wat is het precies en hoe kun je het best trainen om tot verbetering te komen?

In de praktijk is het niet goed te doen om de anaerobe drempel exact vast te stellen, we werken dus met een zo goed mogelijke schatting van de drempel.

De vraag is hoe verbeteren we ons aerobe duurvermogen en daarmee de anaerobe drempel? Zoals zo vaak afhankelijk van veel factoren. Alleen aeroob vermogen verbeteren zonder aandacht voor het anaerobe deel is voor de meeste afstanden niet de beste oplossing.

 

Artikel van Steve Magness

Lactaat curve

Wat is het en hoe kun je het verbeteren?

Anaerobe drempel, waar ligt die precies en hoe bepaal je dat?

Interpreteren van lactaat curve uitgezet na lactaat metingen bij een stappentest (bijvoorbeeld steeds een mijl ietsje sneller lopen)

Trainen op de anaerobe drempel laat de curve naar rechts verschuiven maar betekent niet direct een verbetering omdat dergelijke trainingen ten koste gaan van de anaerobe capaciteit. Een verschuiving naar rechts kan dan betekenen een een gelijkblijvende aerobe capaciteit en een verminderde anaerobe capaciteit. Dit kan goed zijn voor bijvoorbeeld marathonlopers die van de baan komen. Voor de kortere afstanden kan het een nadelig effect hebben.

 

Lactate treshold, Max Lass, aerobe capaciteit, VO2max, anaerobe capaciteit,

 

Artikel van Steve Magness

Zoladz zones

In veel trainingsschema’s worden de hartslagzones van Zoladz gebruikt. Hier een overzicht van de verschillende trainingszones.

Hartslagzones
Zone 5 (Z5)= HFmax-10 (10 slagen onder je maximale hartfrequentie) Zware inspanning
Zone 4 (Z4)= HFmax-20 Tempo dat gelopen wordt in een 10 km-wedstrijd
Zone 3 (Z3)= HFmax-30 Tempo dat de atleet ongeveer een uur kan volhouden
Zone 2 (Z2)= HFmax-40 Een gesprek is niet meer mogelijk, wel raakt men niet buiten adem.
Zone 1 (Z1)= HFmax-50 Tempo waarop de atleet nog makkelijk kan praten.
Zone 0 (Z0)= HFmax-60 Heel ontspannen duurlooptempo.